maandag 18 maart 2019

De Rode Zee

Sri Lanka ligt inmiddels alweer ruim 8 weken achter ons. De oversteek van de Indische Oceaan, de tocht door de Golf van Aden en daarna de Rode Zee zijn goed gegaan. Aanvankelijk was er weinig wind maar later werd deze ons beter gezind. De eerste dagen moest de motor de nodige ondersteuning geven om enige voortgang te maken. De grootste moeilijkheid in dit geval lag in het feit dat we als konvooi door de Golf van Aden en de zuidelijke helft van de Rode Zee zouden trekken. Het is waarlijk een opgave om een groep zeiljachten met elk verschillende zeileigenschappen binnen een afstand van 1.5 tot 2 mijl te houden. Dit vraagt doorlopende alertheid, aanpassen van snelheid en coöperatie van allemaal. Iedereen was hiervan doordrongen en er waren tevoren duidelijke afspraken over gemaakt.
Drie van de zeven boten, toch netjes bijeen...
Yann en Eve, Franse vrienden met de boot Elhaz, hebben enorm veel werk gestoken in de voorbereidingen van dit konvooi. Yann heeft ook een heel protocol opgesteld om een en ander goed te laten verlopen en hoe te handelen in een mogelijk geval dat een of meer boten zouden worden belaagd door piraten. Al met al gaf het ons een redelijk veilig gevoel. Ook was er dagelijks contact met de coördinerende autoriteiten voor dit gebied. Hier wordt nl continu gepatrouilleerd door oorlogsschepen uit diverse landen. We hebben ze regelmatig gezien. Ook kregen we van tijd tot tijd bezoek van rond ons vliegende vliegtuigen en helikopters. De piraterij is hierdoor nagenoeg geheel onder controle. Onfortuinlijk genoeg moesten Yann en Eve zelf door omstandigheden op het laatste moment afhaken en hun overtocht uitstellen tot volgend jaar. Ze hebben ons wel op de voet gevolgd via de media, vooral e-mail via satphones. Enkele boten hadden deze aan boord.

Alles goed voorbereid en toch, en dat is bijna wetmatig op een cruisingboot, ging er nog van alles mis of kapot.
> Onderweg naar Sri Lanka gaf opeens de SSB-radio het op. Hij functioneert schijnbaar nog wel naar behoren maar heeft op een of andere manier geen zend- en ontvangvermogen meer. Nee, het ligt niet aan de antennetuner of antenne. Dit betekent dus dat we op zee geen e-mail kunnen versturen en ontvangen. Dus ook geen weersinformatie! Shit... We zijn dus afhankelijk van andere boten en dat geeft geen fijn gevoel, temeer omdat dat betekent dat we steeds met iemand anders zullen moeten opvaren als er geen internet voorhanden is.
> Onderweg naar Sri Lanka stopt ook plotseling de motor. Toch gek, in Langkawi heb ik zelfs de tanks laten schoonmaken. Filter vervangen en overschakelen op 'n ander dieseltank biedt voorlopig soelaas. Later blijkt er kennelijk toch in een van de leidingen nog wat ophoping van vuiligheid, waarschijnlijk samengeklonterde bacteriën, te hebben gezeten. Euvel dus ook weer verholpen en, inmiddels zo'n 700 ltr diesel verder, kennelijk naar behoren. Wel effe afkloppen...
> Ook nog net voor Sri Lanka staat er tijdens het draaien van de watermaker ineens een hele laag water onderin de boot. Wat blijkt; een nieuwe hogedruk slang die ik vorig jaar in Kuching heb laten maken is gebarsten en spuit het water in de boot in plaats van naar het membraan van de watermaker. Alweer shit... Gelukkig in Galle snel een hydraulische werkplaats gevonden waar ze een nieuwe slang voor me konden maken.
> Onderweg naar de Golf van Aden hebben we een mooi wind en gaan gezwind. Totdat het stiksel in de bovenste helft van de genua het langzaam gaat begeven. Die moet dus naar beneden en de yankee moet gehesen. Die blijkt later ook perfect te voldoen en was sowieso noodzaak voor de aandewindse rakken hier op de Rode Zee. Ik heb de genua nog niet kunnen repareren, het zeil is te groot en onhandelbaar om dit aan boord te doen en het is ook de vraag of we het met onze machine kunnen klaren. Er moet nl wel erg veel zeildoek onder de arm door en die geeft niet zoveel ruimte.
> In de Golf van Aden, in de corridor, hebben we een gunstige wind recht van achter. Het grootzeil naar beneden en twee voorzeilen, de yankee en de gennaker op. We gaan gesmeerd en we mogen deze wind voor de komende dagen verwachten. De vooruitzichten zien er zo gunstig uit en de wil dit gebied zo snel als mogelijk achter ons te hebben, doen me besluiten om de gennaker 's-nachts te laten staan. Iets wat ik nog nooit eerder heb gedaan. Alles prachtig tot ik s-nachts gepord wordt omdat er iets met de zeilen niet in orde is. En wat zie ik? Niets, de hele gennaker is verdwenen, blijkt strak om de hull onder de boot te zitten. Aan de boeg nog vast en de top achter de boot door het water slepend. Shit.... Met vereende krachten krijgen we hem uiteindelijk wel op het achterdek getrokken en gestouwd, fors gescheurd en gehavend, doordrenkt met zout water. Nadere inspectie maakt duidelijk dat de haak waarmee hij aan fal gehesen was onbetrouwbaar bleek. Deze was open gesprongen waardoor de hele boel naar beneden kwam. Deze haak heb ik dus inmiddels aan de bodem van de zee toevertrouwd. Grrrr... Of de gennaker nog te repareren is moet nog duidelijk worden. Ik heb hem nog onvoldoende kunnen uitvouwen en inspecteren. Om het zout er wat uit te spoelen hebben we hem 's-avonds in Port Ghalib in het naast de marina gelegen zwembad van het hotel, stiekem uitgespoeld. Toen we hem net weer op het droge hadden kwam er toch nog een manager vragen wat er aan de hand was. “Nou, dat zeil was in het water gewaaid maar inmiddels was alles weer onder controle. Geen probleem meer.” Was nog niet helemaal gelogen, toch?
> In de Rode Zee komt verschillende keren de schroef helemaal vol met algen te zitten. De lange taaie slierten doen het effect van de schroef teniet en remmen de boot behoorlijk af. Dit betekent de boot stil leggen, het water in en duikend de schroef ontdoen van de ongewenste troep. We treffen wat veiligheidsmaatregelen en Far is zo dapper het inmiddels veel koudere water in te gaan. Hij zit nog vers in z'n duikcursussen en is dus nog enthousiast voor zulke avonturen. Het euvel treedt regelmatig op en we beginnen er routine in te krijgen. Het lukt ons door te gaan bijliggen, dan hoeven we de zeilen niet te strijken. Gelukkig is in de tweede helft van de Rode Zee het algenprobleem aanmerkelijk minder.
> Er lijkt geen eind aan deze opsomming te komen en we zijn er nog niet. We zijn net Port Sudan gepasseerd en besluiten een ankerplek te nemen in het Sanganeb rif. Een prachtig rif en het toeval wil dat een van de boten waarmee we opvaren naar dit rif genoemd is. De doorgang is vrij nauw maar we kunnen 'Sanganeb ll' volgen, de eigenaar kent het hier goed. Hij heeft hier enkele jaren gecharterd. Ik weet nog steeds niet hoe het kan of wat er gebeurde maar plots zaten we met Drifter bovenop een rif. Vast, maar met enig manoeuvreren konden we op eigen kracht los komen. Ik wist al wel dat de schroef geraakt moest zijn en was erg benieuwd naar de schade. Varen en manoeuvreren ging in elk
De afgebroken helft van het roer.
geval nog. Nadat we geankerd waren konden we het water in om te inspecteren. Van de schroef waren twee bladen wat verbogen maar alles leek nog wel bruikbaar. Erger was het roer eraan toe. De onderste helft, tot waar de roeras in het draaipunt van de scheg valt was helemaal afgebroken en hing er omhoog geklapt aan nog wat sliertjes multiplex bij. Even bewegen en met een mes erlangs en het was los. Grofweg 1/3 van het hele roer inclusief het balansgedeelte kwam uiteindelijk aan dek te liggen. Da's schrikken, Shit.... Gelukkig blijkt Drifter nog goed bestuurbaar te zijn. Alleen bij strakke voordewindse rakken heeft ze er moeite mee, dat vraagt extra aandacht. D'r zal dus wel een nieuw roer gemaakt moeten worden. Alsof ik een gebrek aan uitdagingen had. Grrr...

Vanaf Sri Lanka deden we onze langste oversteek sinds we in 2004 uit Nederland vertrokken, 23 dagen. 23 etmalen non-stop varen en in die tijd legden we 2868 nautische mijlen af. We waren er dus wel aan toe voet aan land te zetten, en dat deden we in Suwakin in Sudan, bijna op de helft van de Rode Zee. Vanaf deze hoogte zou alles weer veilig zijn. Suwakin was vroeger een parel aan de Rode Zee met een eilandje in het midden van de haven. Hier staan nu alleen nog maar de ruïnes van alle historische gebouwen. Deze waren opgetrokken uit blokken koraal en nog altijd geeft dat een wonderlijk, haast spookachtig effect waarvan de vergane glorie nog afstraalt. Een minder fraaie kant
is dat de rijkdom deels vergaard werd middels slavenhandel. Suwakin was de laatste actieve slavenmarkt ter wereld en werd pas tijdens de tweede wereldoorlog op geheven.
Voor ons was het weer een totaal andere wereld. Oost Afrika maar met een erg Arabisch karakter. Droog, droog en droog. Woestijn waarbij het moeilijk is voor te stellen dat mensen hier een vorm van bestaan hebben en kunnen overleven. Waar de vroegere rijkdom nog zichtbaar is in de ruïnes, maakt het stadje nu een armoedige indruk. Het is een echte mannenwereld, je ziet nauwelijks of geen vrouwen op straat. Als we er al enkele zien brengt dat gelijk kleur. Alle mannen zijn nl gekleed in lange witte gewaden, soms wat grauw maar de bedoeling is wit. Vrouwen daarentegen zijn vaak gekleed in felle fraaie kleuren, buiten de enkele zwarte boerka die ook hier niet weg te denken is.

Op de hoogte van Suwakin ligt het keerpunt waar de Rode Zee berucht om is. Hadden we tot hier de winden met ons, van nu kunnen we vrijwel alleen maar straffe wind tegen verwachten. Het venijn van deze trip lijkt in de staart te zitten. Als de wind niet hard is kunnen we er tegenop kruisen maar opschieten doet het niet echt. Soms is er een gat met weinig wind en dan is het motor aan en naar het noorden. Op tijd een geschikte ankerplek zoeken om de volgende kalmte af te wachten. Het schiet niet echt op maar er is weinig andere keus.
Port Ghalib is onze eerste stop in Egypte. Het is een enorm kunstmatig aangelegd toeristenproject, voornamelijk om te snorkelen en te duiken. De hele entourage is er dan ook naar, alleen maar souvenirwinkels, restaurants, bars, hotels etc. Niet bepaald onze ding en vanaf het eerste moment vergaat ons alle plezier. Alle formaliteiten voor het inklaren moeten middels een dure agent gedaan worden. Het koste ons een hele dag. Waarbij we bijna een week op onze noodzakelijke cruisingpermit moeten wachten. Doorvaren is er dus niet eens bij. Gedwongen de marina in en wachten. Overal wordt geld voor gevraagd. Alles duur. Betaalden we in Sudan 8,5 Eurocent voor een liter diesel, hier ligt de prijs gelijk een Euro hoger. De regelgeving in Egypte is zo gecompliceerd dat de weg er niet in te vinden is en het corruptie in de hand werkt. We zijn er inmiddels in maar we moeten er ook nog uit. In Suez wacht ons de volgende agent. Ik hoor menig schipper verzuchten: “Het is omdat we niet anders kunnen maar dit is eens Egypte maar nooit weer Egypte”.
Volop olieactiviteit in het Egyptisch deel van de Rode Zee.
Van Port Ghalib naar Suez is maar zo'n 300 mijl, we zijn inmiddels zes dagen onderweg en hebben nog 140 mijl te gaan. Stukjes varen en wachten op 'geen' wind. Het lijkt erop dat we morgenvroeg, vrijdag, om een uur of 5 kunnen vertrekken en dan hopelijk in keer door naar Suez. We zouden daar dan zaterdag in de loop van de dag kunnen aankomen. Ik hoop echt dat we nu niet, zoals zo vaak eerder, te optimistisch zijn.
Het is gelukt. We liggen nu voor de derde dag bij de Suez Yacht Club afgemeerd. Dit is vergane glorie met een krakkemikkige steiger en echt amateuristische aanlegmogelijkheden. We hebben geen keus. Hier moeten alle formaliteiten volbracht worden. En volbracht is het juiste woord. Je kunt het zo gek niet verzinnen of er is op welk vlak dan ook wel iets bedacht om het ons moeilijk te maken. Iedereen wil belangrijk zijn en zich doen gelden en daar plukken wij de wrange vruchten van. Een controle-cultuur ten voeten uit. We treffen het deze keer echter wel met onze agent, Captain Heebi. Hij is alleszins redelijk geprijsd en weet op bewonderenswaardige wijze voor ons en de andere boten de hete kolen uit het vuur te halen bij de autoriteiten. Vanavond komt het leger nog aan boord voor ik weet niet wat voor inspectie en morgenvroeg gaan onze paspoorten weer naar de immigratie. Daar worden we uitgestempeld en dan komt er nog iemand speciaal kijken of we echt degene zijn die op de foto staat. Ik heb inmiddels al een enorme stapel aan copiën van bootregistratie, crewlist, paspoorten etc. overhandigd. Een betreurenswaardige verspilling van papier. Oké, nog even volhouden, dan zijn we weer in Europa waar, naar ik hoop, de afwerking van formaliteiten iets efficiënter en minder bureaucratisch gaat.
Morgenvroeg mogen we vertrekken, dan komt de pilot aan boord. De hele dag varen tot aan het meer in het midden van het traject. Daar de pilot afzetten en ankeren. De tweede dag, 's-ochtends om vijf uur een nieuwe pilot aan boord en de tweede etappe afleggen. In Post Said de pilot droppen en direct de Middellandse Zee in gevolgd door twee etmalen varen naar Cyprus. We houden de vingers gecrossed.
Wordt vervolgd.

Groet, Arnold
Maart 2019


 


Far en Ying, ik heb het getroffen met de crew.

Een onverwachte passagier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten