vrijdag 24 februari 2012



Flessenpost 
Australië 1 

Toch maar goed dat we vanuit Hengelo met de trein naar Schiphol zijn gereden vanwege de vele files op de Nederlandse wegen. Bedankt Rob voor het wegbrengen en Yvonne dat je nog naar Schiphol kwam. Via Guangzou in China rechtstreeks naar Sydney. 
De eerste dag meteen aan het struinen gegaan naar een campervan, garages, speciale verkoopplaatsen en via internet. Met de metro en veerpont langs het beroemde operagebouw gevaren, heel speciaal! Dit gebouw oogt kleiner dan ik me altijd voorgesteld heb maar niettemin imposant. We zien voor het eerst de vele Ibissen, ook midden in Sydney waar zij altijd op voedsel uit zijn bij de vuilnis. Wat is reizen door Australië meer dan alleen maar veel water drinken, bijna niet meer hoeven te plassen, vliegen van je afslaan, veel DEET of repeliënt of anti’s gebruiken tegen de muggen. Zweten, peentjes zweten bij de gedachte aan alles wat steekt, bijt of erger je verslindt als je niet op let. En hitte, hitte, hitte en nog meer vliegen van je af slaan. In Nieuw Zeeland was het best bewaarde geheim de ‘sandfly’? Hier in Australië is dat de vlieg! Niet weg te slaan en duidelijk uit op vocht, liefst in je neus of ogen voor het snot- en traanvocht. Ik weet er nog een! Kilometers rijden, heel veel kilometers rijden. Want Australië is groot, alles heel ver weg. 1000 km rijden stelt hier niets voor! Met een camper of gewone auto kun je dat het beste doen via de grote High-ways. Jammer, omdat er nog meer te zien valt via de moeilijk begaanbaar en onverharde wegen. Als je een four-wheel drive hebt kun je dus wel overal komen. Maar als er iets gebeurd ben je niet een twee drie geholpen. In Sydney hebben we ons oog op een Ford Transit diesel van 2001 laten vallen, betaalbaar voor ons en omgebouwd tot camper met een heuse koelkast en magnetron. De eethoek is om te bouwen tot een erg comfortabel breed bed waarbij we ver van elkaar af kunnen liggen want dat blijkt later een vereiste te zijn met die hitte. We hebben er inmiddels alweer een paar duizend kilometer opzitten in onze campervan. Hij rijdt als een tierelier en bevalt ons erg goed. Aan de Goldcoast (even ten zuiden van Brisbane) treffen we vrienden, Marieke en Gerrit-Jan met hun zoontje Dylan die daar wonen en er hun boot, een Catamaran 45 aan het opknappen zijn. Met gereedschap van Gerrit-Jan kunnen we wat aanpassingen doen aan ons interieur en de ruimte in onze auto benutten we om al de kussens en matrassen van hun onderkomen naar de boot terug te brengen. Afstanden zijn hier enorm. Op het ogenblik zijn we in Longreach in Queensland. Het centre of the "Outback". Het landschap is desolaat en de zon meedogenloos. We klagen niet; op de radio horen we over temperaturen van 40 - 45graden in het zuiden van Australië Brrrrr.... Wij laten vaak i.v.m. de warmte de deuren en ramen van de auto open staan wat mij slapenloze nachten bezorgt. De gedachten aan giftige spinnen, slangen en zelfs krokodillen die de auto inkruipen nemen in de nacht ongekende vormen aan. We hadden al onverwacht een Walibi, (kleinere soort kangoeroe) binnen! Je schrikt je een hoedje! Voor we vertrekken zet ik genoeg flessen met water voor onderweg klaar en spuiten we eerst nog mieren weg die via de elektriciteitskabel in de binnendeur van de camper proberen te komen. Nou ja, zolang het geen termieten zijn! We zien, hoe verder we naar het westen rijden, steeds meer termietenheuvels staan. Ze vallen erg op door de rode kleur van de aarde en hun taps toelopende vormen. Met honderden zie je ze links en rechts deel van het landschap uitmaken. Het lijken de kathedralen van de ‘Steppe’, soms hoger dan een meter en dan weer kilometers ver nog hogere van wel 3 meter. Wij zijn op weg via de ‘Outback’ naar het noorden van Australië, Darwin. Welk boek of kaartenmap je ook pakt de afstanden blijven van rustplaats tot rustplaats enorm. Geen oponthoud onderweg zoals stoplichten, files, omleidingen of wegwerkzaamheden, dat maakt het een stuk gemakkelijker rijden. We toeteren heel wat af maar dat is vooral voor de roofvogels die midden op de weg van de vele aangereden kadavers eten zoals kangoeroes, dingo’s en emoes. Langzaam opvliegend weten zij de wielen van de grotere road-trains (vrachtwagens met combi’s in totaal meer dan 50 meter lang) te ontwijken, maar ook daarbij vallen slachtoffers.
  Ook wij kunnen een grote salamander niet ontwijken. De grill en de ramen van de Ford zitten vol dode insecten. Dit is het land van de vele verschillende soorten vogels, ik haal mijn hart op en weet er velen te fotograferen, zoals de papagaaien, parkieten, kookoburra, honingvogels, kraanvogels, watervogels, en overal witte reigers en Heilige Ibissen. Het wordt warmer en warmer. 36 graden is normaal in deze tijd van het jaar maar we hebben ook dagen met meer dan 40 graden. De weg zindert van de warmte en het is pas 9.30 uur in de morgen. Als het echt gaat regenen en die kans is erg groot nu we in het natte seizoen hier zijn lopen de droge kreken meteen vol en de lage gedeeltes van de weg komen onder water te staan. Indicatie palen geven de waterstanden aan. Op de rustplaatsen langs de weg, vaak 65 tot 85km uit elkaar, bieden de kleine bomen en struiken nauwelijks schaduw. Het gevoel van, ‘Ones upon a time in the West’ speelt vaak door mijn hoofd. Ook hier cowboys, paarden en ‘big horn-runderen.


De Aboriginals noemen de ‘Outback’ ook wel ‘The Never Never Graves’, het grote niets. De taal die ze spreken heeft mooie klanken en is een mysterie, (boojerooma) voor ons. Ik heb vaak medelijden met de runderen en paarden die nauwelijks beschutting hebben tegen de altijd brandende zon. Het land kraakt van droogte en vaak rijden we langs brandende bermen of zwartgeblakerde vlakten. Het land wordt aangestoken om weer ‘gezonde’ begroeiing te krijgen. Door de rook rijden is geen pretje. We rijden door steppe, woestijn en vele Nationale parken. Onder Darwin rijden we drie dagen door het Kakadu National Park van de Aboriginal people en hebben een speciale pas nodig. In een groot info- centrum laten zij hun manier van leven zien, een met de natuur en vol respect voor onze aarde. Wat een rijke cultuur vol met kunst, rotsschilderingen, verhalen en vertellingen, overgaand van generatie op generatie. Dat is niet wat wij van ze zien onderweg in de vele plaatsen die wij aandoen. Daar zitten kleine onverzorgde groepen voor de winkels of in de parken petrol te snuiven en alcohol te drinken. Wij zien de verschoppelingen van deze samenleving. Dit voorlopig over het eerste gedeelte van onze trip in Australië. 

 Januari 2012  
Coby en Arnold