zaterdag 8 november 2014

Lombok, Bali en Kalimantan, Indonesië 2

Iedereen die een aantal Indonesische eilanden bezoekt zal zich net als wij al snel bewust worden van de verscheidenheid aan etnische groepen, gebruiken, religies en rituelen. Moslim of Hindoe, Boeddhist of Christen, een eenheid in verscheidenheid! Toch is 90 % van de bevolking moslim en overal waar wij komen staan de luidsprekers een aantal keren per dag te galmen om de mensen te manen tot het gebed. Hier op de rivier zijn de verschillende gezangen hinderlijk aanwezig, de eerste dienen zich al aan om 5 uur in de ochtend.
Nadat we de Komodo eilanden hebben bezocht varen we naar Lombok, het oostelijke buureiland van Bali. Toch weer zo’n 219 zeemijlen verder naar het westen van Indonesië. We liggen achter ons anker in de Marina en er zijn douches, aangelegde tuinen en een open restaurant, alles even netjes onderhouden. Hier treffen we op een avond twee leuke Nederlandse vrouwen. Al vaker fietsend door Indonesië doen zij nu Lombok aan. Knap hoor onder deze vaak chaotische verkeersomstandigheden. Hitte, klimmen, dalen onder begeleiding van honderden motortjes en paardenkarren (cidomo’s), niet echt gemakkelijk!
Een speciaal welkom staat ons te wachten en vele belangrijke genodigden in de klederdracht van verschillende provincies maken hiervan deel uit. We nemen ten slotte deel aan ‘Sail Indonesia’. We worden zelfs verrast met de aanwezigheid van mooie inlandse vrouwen die deel hebben genomen aan de miss verkiezingen. Tv camera’s maken opnames van de uitbundige feestelijkheden. Open tenten met veel draperieën in de landkleuren van Indonesië, rood en wit, dans, muziek en buffet, alles tot in de puntjes verzorgt. We zien voor het eerst de traditionele vechtsport met stok en schild. Er gaat een behoorlijke tijd vooraf voordat er twee rivalen bereid zijn om de strijd met elkaar aan te gaan, het gaat er hevig aan toe en rake klappen worden uitgedeeld. We zien de striemen op armen en rug verschijnen. Zelfs de scheidsrechter heeft moeite om er ongeschonden tussenuit te komen. Niet alleen show dus!
Wij huren een motorfiets en gaan met de flow van georganiseerde chaos naar de hoofdstad Mataram. De weg is zelfs heel goed en gelukkig kent Lombok weinig autoverkeer. Een drukke stad met musea, culturele centra, tempels en moskeeën, een drukte van jewelste. We moeten rekening houden met de vele paardenkarren en de apen onderweg.
Later die dag, als we terug gaan, nemen we de kustweg waar tientallen jongeren met motors en scooters van de zonsondergang genieten. Overal staan stalletjes met eten. We zien dan ook de achterliggende vulkaan, Gerung, in de rode lucht afgetekend. Het uitgaansleven op zaterdagavond!
De motor bevalt ons goed en we maken nog een tocht, nu naar de
watervallen. We wandelen dwars door de rijst- en pinda velden naar de waterval waar Arnold natuurlijk een duik neemt in het koude water. Onderweg zien we de vele veldwerkers in gebukte houdingen om de pinda ’s te oogsten en binnen halen. De begeleidende gids vertelt ons dat zij twee grote balen per dag plukken en daarvoor per zak 25.000roepia (€ 3,25) ontvangen. Kennen wij niet het gezegde; peanuts, in de zin van het is niets of kost niets? Voor een klein inkomen staan zij de hele dag in de hitte gebukt te plukken. Peanuts! Ik zal het woord niet snel meer als symbool voor hoegenaamd niets gebruiken.
Er wordt van ons gevraagd om op een school in het Engels te spreken en natuurlijk doen we dat. De jonge studenten, in het begin wat verlegen maar steeds meer loskomend, proberen hun Engels uit op ons en dat gaat ze goed af als wij het maar eenvoudig en schools houden, Op inhoudelijke vragen is het begrip van zinnen niet gemakkelijk voor ze. Maar lachen, doen we zeker.
Helaas hebben we ook hier geen tijd om het binnenland of andere delen van Lombok te leren kennen want de rally gaat verder en nu naar de noord kust van Bali.
Bali, in 1906 is er vooral rondom Denpasar gevochten tegen de Nederlandse milities. Duizenden Balinese krijgers, slechts gewapend met speren en krissen stierven een tragische en heldhaftige opofferingsdood, door de hand aan zichzelf te slaan of door Nederlandse kogels. Een trieste geschiedenis en wij zijn er niet zo blij mee als er gevraagd wordt waar we vandaan komen. Belanda, Belanda, uit Nederland!
Vooral Bali is een paradijs voor kunstnijverheid en overal zien wij ambachtslieden die in de open lucht hun ambacht uitoefenen. Er zijn maar weinig landen ter wereld die zo veel gelegenheid geven tot ontmoetingen met zoveel kunstenaars die een eeuwenoud ambacht beoefenen. We zien veel houtsnijwerk, bewerking van stenen, metalen, edelsmeden, glasblazers, manden en keramiek, schilderkunst, poppen en maskers. Alles uitingingen van de spiritualiteit van de mensen. Beeldende kunsten zijn belangrijk voor de maatschappelijke en culturele identiteit en spelen een rol bij overgangsriten bij geboorte, bereiken van de pubertijd, huwelijk en overlijden. Wij kunnen de overvloed van kunstnijverheid en verfijnd vakmanschap nauwelijks verwerken na het toch wel tekort op dit gebied in Fiji. 
Tochten over het eiland naar het voornamelijk toeristische middengedeelte voeren ons over de bergen en langs de mooie lagergelegen rijstvelden. Onderweg naar Ubud kunnen we zelfs dozen aardbeien kopen. Voor ons een onverwachte traktatie en vooral later met suiker op een vers sneetje wit brood! Heerlijk! Verder krijgen we heel wat te zien van de Hindu-Dharma godsdienst want bij ieder huis staan de velen schrijnen en tempels. Een grote uitzondering is een eenvoudige Boedistische tempel met de opengewerkte stoepa’s. Hier straalt een rust van uit.
We bezoeken ook Pura Gunung Kawi, een 11de eeuw complex van in de rotsen uitgehouwen schrijnen en monnikscellen met het uitzicht over de rivier Pakerisan. De stalletjes met verkopers staan rechts en links opgesteld en het is spitsroeden lopen. Allen roepen om hun waar te laten zien en hopelijk te verkopen. ‘’Mister, mister’’? 

Kalimantan, Borneo. In Kumai aangekomen, een stadje aan de drukke rivier worden we i.v.m. de rally weer feestelijk ontvangen en twee dagen zijn er uitgetrokken voor ontvangsten en rondritten met een grote luxe bus onder begeleiding van politie op motor en drie grote zwarte politieauto’s. Dit is site-seen op zijn best en plots maken we deel uit van de honderden toeristen die dit eiland bezoeken. Cultuur, dansen en uitstapjes, de verzorging van drinken en voedsel zijn optimaal, we komen niets tekort! We moeten zelfs in een soort religieuze carnavalsoptocht mee lopen en hebben allemaal een gifgroen poloshirt gekregen met de rallynaam erop! Iedereen wil met de groep op de foto en we voelen ons even vips. De tocht over de rivier in kleine smalle tjek-tjeks is speciaal omdat we nu pas zien hoe het leven zich afspeelt op en langs de rivieren. 
Dit is het land van de stroomversnellingen, oerwouden en wilde dieren. De vele vogelsoorten, orang-oetans, neusapen ( die zij Dutch monkeys noemen), gibbons, javaanapen, neushoornvogels, varanen en krokodillen.
De longhouses en talrijke nederzettingen aan de rivieren van Borneo. De hutten en huizen staan op palen en op drijvend pontons heeft de bevolking openbare toiletten geplaatst. Een speciaal netwerk van planken tussen de woningen vormt het wegennet Het vuil en afval gaat allemaal het water in, ook het vele vuil dat overal droog opgestapeld ligt. Met de eerste moessonregens zal al dat vuil wegspoelen om uiteindelijk in de zeeën rondom de eilanden te verdwijnen. 
Langs de rivier in dit stadje zien we een eigenaardig fenomeen. Tientallen grijze gebouwen torenen boven het stadje uit. Geen ramen aanwezig maar overal kleine gaten. Het blijken broedplaatsen te zijn voor de duizenden zwaluwen die hun nesten binnen bouwen. Zij worden gelokt door zwaluw geluiden uit de luidsprekers op de gebouwen. En om deze nesten gaat het! Voor wat en voor wie? Het speeksel waarmee deze vogels de nesten bouwen moet erg gezond zijn, speciaal voor zwangere vrouwen. De nesten worden geëxporteerd naar China! Jawel, die eten de vogelnesten in een soort soep! Kan het nog vreemder? Het is een miljoenen business!
Wij liggen met een groot aantal zeilboten op de rivier naast het grote National park,Tanjung Puting waarheen we een tocht boeken, een driedaagse tocht op een rondvaartboot ( klotok)voor de jungle. Wij zijn niet de enige aan boord want onze Franse vrienden met twee kinderen, hondje Eiko en moeder gaan met ons mee. Op de valreep ook nog gezelschap van John, een Canadese solozeiler. De bemanning bestaat uit twee schippers, een kok en een gids. Geen hoogseizoen maar wel heel veel andere klotoks op de rivieren om allen tegelijk aan te komen op de voederplekken van de orang-oetans. Filevorming op de rivier.
In het wild blijft een jonge orang-oetan de eerste zeven tot acht jaar bij zijn of haar moeder en leert alles om te overleven. Om een jonge orang-oetan te vangen moeten stropers de moeder doden, waardoor het lange leerproces abrupt onderbroken wordt. In rehabilitatiecentra wordt geprobeerd om de in beslag genomen dieren natuurlijk gedrag aan te leren om te kunnen overleven. Op speciale plekken worden deze apen bijgevoerd met bananen. Het is de bedoeling dat de gerehabiliteerde dieren zelf op zoek gaan naar ander eetbare vruchten. En het zijn werkelijk prachtige dieren en sporadisch zien we ze ook soms in de bomen langs de rivier als we voorbij varen. Fantastisch, we zien moeders met kinderen in verschillende leeftijden en een aantal jongeren. De vaak imposante mannetjes zien we alleen op de voederplaatsen. Velen leven solitair. We worden regelmatig opgeschrikt door het vele gekrijs van de neusapen in de bomen als zij Eiko, het hondje bij ons aan boord zien. Eiko zelf wordt er niet koud of warm van. Zelfs niet als we een grote kop van een krokodil naast de boot ontdekken!
De tijd breekt aan om verder naar het noordwesten te varen richting Maleisië en Singapore waar we voor de 24ste oktober moeten zijn omdat dan het visum van Indonesië verloopt, maar we komen terug! Hebben nog zoveel eilanden niet gezien!

Oktober 2014,
Coby