woensdag 11 december 2019

Cyprus en verder naar Rhodos en Kreta.

Arnold heeft na aankomst op Cyprus het vliegtuig genomen naar Holland.
Begin april, na bijna 6 mnd. weer samen. Niet gemakkelijk, oh, nee! Arnold moest zijn plek weer veroveren die, na een winter alleen, tot mijn plek was geworden. Het moest weer onze gezamenlijke plek worden. En natuurlijk ook in Buren wachtten achterstallige klussen op hem. Waarom kiezen wij toch voor zo'n constructie? Een leven constant bijeen vraagt al het een en ander van elkaar, laat staan de ongeregelde afwisseling. Zes maanden was te lang, echt waar... Er was geen andere optie mogelijk en waar het om ging, Drifter naar de Middellandse Zee te brengen is geslaagd. Arnold heeft het geklaard, met 7 kg verlies aan gewicht? Hij heeft het niet gemakkelijk gehad, zeker niet. Ook nog op de riffen het roer geraakt met als gevolg dat Drifter nu op de kant staat in de marina van Larnaka, een drukke stad op Cyprus.
Eind juli vliegen we er samen naar toe om ons 'bootleven' weer op te pakken. Arnold begint aan een nieuwe klus, het kapotte roer vervangen. Laag op laag ontstaat er een nieuw roer. Beulswerk in die hitte maar hij doet het toch maar, een bikkel van de bovenste plank. 
Om aan de warmte te wennen doe ik eerst wat minder intensieve klussen; de kussens van de banken in de salon en de kuip voorzien van nieuwe bekleding. 33-35 graden is gewoon. Daarna? Schuren en schilderen, zeven dagen in de week. De waterslang en een duik in het water geven soms wat verkoeling, dan weer verder. Het werk vordert en Drifter, met nieuw roer en gladde onderkant wordt na bijna 2 maanden noeste arbeid weer in het water gelaten. Zij heeft zowat een half jaar op de kant gestaan.
Cyprus als eiland lijkt een beetje op een vis zonder staart. Wij liggen aan de buik van deze vis, in de marina van Larnaka. Een grote stad, druk, maar vooral ingericht voor de grote toestroom van toeristen. Op het oog doet het ons aan Griekenland denken. Mediterraans, veel witte huizen met blauwe luiken. Vriendelijk, de mensen spreken meestal Grieks en Engels. Met de bus ruim een uur naar Nicosia, de hoofdstad, gespleten in een Cypriotisch en een Turks deel. In de stad een grenspost met paspoortcontrole, die je naar het Turkse gedeelte leidt. De noordelijke helft van Cyprus werd indertijd door Turkije ingenomen en de scheidslijn is nog immer daar. Minder vriendelijk, ik houd er een naar gevoel aan over. De oude kathedraal is nu een moslimtempel, toeristen worden niet in groepen toegelaten. Tja...

In Larnaka zijn we op aanraden van anderen naar de beste souvlakitent van het stadje gegaan. Niet meer dan een lage groene keet, omlijst door grote platanen. De walm van oude olie komt je tegemoet! Bestellen voor je gaat zitten op de felgroene stoeltjes met kleine tafeltjes. Onder een los gespannen net tegen de felle en warme zonnestralen. De grote fles Alpha bier direct bij de hand. Altijd heerlijk met dit hete weer. De dure Audi's, Mercedessen en BMW ' komen en gaan met afhaal-voedsel, alleen Souvlaki op het menu. We hebben gratis muziek in de vorm van een concert door de vele krekels die het geheel omlijsten. Voor 4 Euro hebben we ongeveer 1kg voedsel dat bestaat uit grote stukken gegrilde kip of varkensvlees, verse groenten verpakt in pitabrood. Het onontbeerlijke bordje groene zure pepers. De bleekselderij en citroen heb ik hier leren eten. Een heerlijk maaltje vol smaken.
We varen weer en zijn onderweg naar de westzijde van Cyprus. Als we langzaam weer wennen aan het onderweg zijn kunnen we van de ondergaande zon genieten. De contouren van andere landen, soms zichtbaar maar meestal achter de horizon. Rondom ons weten we een aantal landen zoals, dichtbij Turkije, en op grotere afstand Syrië, Libanon, Jordanië, Israël en Egypte en, recht voor ons, natuurlijk Griekenland.
5 dagen later liggen we aan de steiger in Paphos. Een havenstadje met kleine vissersbootjes in het haventje. Het oud fort en archeologisch museum zijn zeker de moeite van het bezoeken waard, vandaar ook de grote aanvoer van toeristen. Lopen, wandelen en fietsen. Heerlijk weer een beetje ontspannen.
 
 Griekenland, heerlijk zonnig, wit, blauw, het voelt als thuiskomen. En dan ons eerste dorp, Kastellerizo, op een steenworp afstand van Turkije, gescheiden door smalle zeestraat. Deze baai en dorp met kasteel en fort, strategisch gelegen, hebben een lange geschiedenis van overheersing door andere landen zoals Turkije, Engeland en Italië. Kastellerizo was erg welvarend tijdens de negentiende eeuw en kende zo'n 17.000 inwoners. Na de zware aardbeving in 1926 en aanhoudende bombardementen tijdens de tweede wereldoorlog was er nagenoeg niets meer over van het dorp. Er wonen nu nog ongeveer 150 huishoudens. De resten van ravage en vernieling zijn nog overal te zien. Kleine steegjes, veel trappen en bochten maar vooral ruiines. Gelukkig zien we ook nieuwe en opgeknapte huizen. Percelen met alleen maar stenen zijn nog eigendom van de velen die door de geschiedenis heen geëvacueerd zijn, velen naar Australië. Sinds 1974 is het eiland weer eigendom van Griekenland. Een 80-jarige vrouw, wordt nu nog geëerd vanwege haar standvastigheid als enige inwoonster van het dorp dagelijks de Griekse vlag te hijsen, ook tijdens bezettingstijden.
Wij dachten dat inklaren in Griekenland, Schengenland, Europa etc., wel even gemakkelijk te doen was. Niets is minder waar. Wat een gedoe. Daarnaast zijn we verplicht om iedere maand belasting te betalen voor de boot en ben je daarmee een dag te laat dan kost je dat een flinke boete! We zijn gewaarschuwd!

15 Oktober hebben we afgesproken met Ardi, Thea, Hans en Hennie in Rhodos. Daar worden we gedwongen om veraf van de stad in een nieuwe marina te gaan liggen. Het gebied tussen de stad en marina ligt op het schop. Er is voorlopig geen geld om dit gebied aantrekkelijker te maken. Wij willen ook voor de familie in de oude binnenhaven liggen, dichter bij het kasteel en de historische stad. We krijgen in eerste instantie toestemming van de havenmeester voor twee ligdagen. Met de belofte om een schilderij voor hem te maken weten we dit te rekken tot 10 dagen! Inspiratie van de prachtige oude gebouwen, stadsmuren, kasteel fort en drie molens deden de rest!Nadeel was wel dat we niet konden uitvaren met de familie, maar we hebben ons zeker niet verveeld, wat een prachtige oude stad. Genieten met en van elkaar.
Onderweg naar Kreta komen we langs meerdere bergachtige eilanden en liggen beschut in de baaien. lieflijke plaatsjes en mooie eilanden als Chalki en Korpathas. ik ben na Rhodos gecharmeerd door de oude, meestal vervallen molens van Griekenland. Meestal staan ze gedrieën bijeen op de hellingen, gedraaid naar de wind; op wacht staande monumenten van weleer. Hier vinden we in een klein dorp ons gezochte pleintje. Overdekt door schaduwrijke bomen omringt waaronder meestal oudere mannen hun geliefde triktrak spelen en 'n kaartje leggen, nippend aan de Griekse wijn of ouzo. Tijdloos en met de geur van de olijfbomen vertraagt iedere bezigheid tot heerlijke ontspanning. 

Groetjes, Coby 
november 2019



 









maandag 18 maart 2019

De Rode Zee

Sri Lanka ligt inmiddels alweer ruim 8 weken achter ons. De oversteek van de Indische Oceaan, de tocht door de Golf van Aden en daarna de Rode Zee zijn goed gegaan. Aanvankelijk was er weinig wind maar later werd deze ons beter gezind. De eerste dagen moest de motor de nodige ondersteuning geven om enige voortgang te maken. De grootste moeilijkheid in dit geval lag in het feit dat we als konvooi door de Golf van Aden en de zuidelijke helft van de Rode Zee zouden trekken. Het is waarlijk een opgave om een groep zeiljachten met elk verschillende zeileigenschappen binnen een afstand van 1.5 tot 2 mijl te houden. Dit vraagt doorlopende alertheid, aanpassen van snelheid en coöperatie van allemaal. Iedereen was hiervan doordrongen en er waren tevoren duidelijke afspraken over gemaakt.
Drie van de zeven boten, toch netjes bijeen...
Yann en Eve, Franse vrienden met de boot Elhaz, hebben enorm veel werk gestoken in de voorbereidingen van dit konvooi. Yann heeft ook een heel protocol opgesteld om een en ander goed te laten verlopen en hoe te handelen in een mogelijk geval dat een of meer boten zouden worden belaagd door piraten. Al met al gaf het ons een redelijk veilig gevoel. Ook was er dagelijks contact met de coördinerende autoriteiten voor dit gebied. Hier wordt nl continu gepatrouilleerd door oorlogsschepen uit diverse landen. We hebben ze regelmatig gezien. Ook kregen we van tijd tot tijd bezoek van rond ons vliegende vliegtuigen en helikopters. De piraterij is hierdoor nagenoeg geheel onder controle. Onfortuinlijk genoeg moesten Yann en Eve zelf door omstandigheden op het laatste moment afhaken en hun overtocht uitstellen tot volgend jaar. Ze hebben ons wel op de voet gevolgd via de media, vooral e-mail via satphones. Enkele boten hadden deze aan boord.

Alles goed voorbereid en toch, en dat is bijna wetmatig op een cruisingboot, ging er nog van alles mis of kapot.
> Onderweg naar Sri Lanka gaf opeens de SSB-radio het op. Hij functioneert schijnbaar nog wel naar behoren maar heeft op een of andere manier geen zend- en ontvangvermogen meer. Nee, het ligt niet aan de antennetuner of antenne. Dit betekent dus dat we op zee geen e-mail kunnen versturen en ontvangen. Dus ook geen weersinformatie! Shit... We zijn dus afhankelijk van andere boten en dat geeft geen fijn gevoel, temeer omdat dat betekent dat we steeds met iemand anders zullen moeten opvaren als er geen internet voorhanden is.
> Onderweg naar Sri Lanka stopt ook plotseling de motor. Toch gek, in Langkawi heb ik zelfs de tanks laten schoonmaken. Filter vervangen en overschakelen op 'n ander dieseltank biedt voorlopig soelaas. Later blijkt er kennelijk toch in een van de leidingen nog wat ophoping van vuiligheid, waarschijnlijk samengeklonterde bacteriën, te hebben gezeten. Euvel dus ook weer verholpen en, inmiddels zo'n 700 ltr diesel verder, kennelijk naar behoren. Wel effe afkloppen...
> Ook nog net voor Sri Lanka staat er tijdens het draaien van de watermaker ineens een hele laag water onderin de boot. Wat blijkt; een nieuwe hogedruk slang die ik vorig jaar in Kuching heb laten maken is gebarsten en spuit het water in de boot in plaats van naar het membraan van de watermaker. Alweer shit... Gelukkig in Galle snel een hydraulische werkplaats gevonden waar ze een nieuwe slang voor me konden maken.
> Onderweg naar de Golf van Aden hebben we een mooi wind en gaan gezwind. Totdat het stiksel in de bovenste helft van de genua het langzaam gaat begeven. Die moet dus naar beneden en de yankee moet gehesen. Die blijkt later ook perfect te voldoen en was sowieso noodzaak voor de aandewindse rakken hier op de Rode Zee. Ik heb de genua nog niet kunnen repareren, het zeil is te groot en onhandelbaar om dit aan boord te doen en het is ook de vraag of we het met onze machine kunnen klaren. Er moet nl wel erg veel zeildoek onder de arm door en die geeft niet zoveel ruimte.
> In de Golf van Aden, in de corridor, hebben we een gunstige wind recht van achter. Het grootzeil naar beneden en twee voorzeilen, de yankee en de gennaker op. We gaan gesmeerd en we mogen deze wind voor de komende dagen verwachten. De vooruitzichten zien er zo gunstig uit en de wil dit gebied zo snel als mogelijk achter ons te hebben, doen me besluiten om de gennaker 's-nachts te laten staan. Iets wat ik nog nooit eerder heb gedaan. Alles prachtig tot ik s-nachts gepord wordt omdat er iets met de zeilen niet in orde is. En wat zie ik? Niets, de hele gennaker is verdwenen, blijkt strak om de hull onder de boot te zitten. Aan de boeg nog vast en de top achter de boot door het water slepend. Shit.... Met vereende krachten krijgen we hem uiteindelijk wel op het achterdek getrokken en gestouwd, fors gescheurd en gehavend, doordrenkt met zout water. Nadere inspectie maakt duidelijk dat de haak waarmee hij aan fal gehesen was onbetrouwbaar bleek. Deze was open gesprongen waardoor de hele boel naar beneden kwam. Deze haak heb ik dus inmiddels aan de bodem van de zee toevertrouwd. Grrrr... Of de gennaker nog te repareren is moet nog duidelijk worden. Ik heb hem nog onvoldoende kunnen uitvouwen en inspecteren. Om het zout er wat uit te spoelen hebben we hem 's-avonds in Port Ghalib in het naast de marina gelegen zwembad van het hotel, stiekem uitgespoeld. Toen we hem net weer op het droge hadden kwam er toch nog een manager vragen wat er aan de hand was. “Nou, dat zeil was in het water gewaaid maar inmiddels was alles weer onder controle. Geen probleem meer.” Was nog niet helemaal gelogen, toch?
> In de Rode Zee komt verschillende keren de schroef helemaal vol met algen te zitten. De lange taaie slierten doen het effect van de schroef teniet en remmen de boot behoorlijk af. Dit betekent de boot stil leggen, het water in en duikend de schroef ontdoen van de ongewenste troep. We treffen wat veiligheidsmaatregelen en Far is zo dapper het inmiddels veel koudere water in te gaan. Hij zit nog vers in z'n duikcursussen en is dus nog enthousiast voor zulke avonturen. Het euvel treedt regelmatig op en we beginnen er routine in te krijgen. Het lukt ons door te gaan bijliggen, dan hoeven we de zeilen niet te strijken. Gelukkig is in de tweede helft van de Rode Zee het algenprobleem aanmerkelijk minder.
> Er lijkt geen eind aan deze opsomming te komen en we zijn er nog niet. We zijn net Port Sudan gepasseerd en besluiten een ankerplek te nemen in het Sanganeb rif. Een prachtig rif en het toeval wil dat een van de boten waarmee we opvaren naar dit rif genoemd is. De doorgang is vrij nauw maar we kunnen 'Sanganeb ll' volgen, de eigenaar kent het hier goed. Hij heeft hier enkele jaren gecharterd. Ik weet nog steeds niet hoe het kan of wat er gebeurde maar plots zaten we met Drifter bovenop een rif. Vast, maar met enig manoeuvreren konden we op eigen kracht los komen. Ik wist al wel dat de schroef geraakt moest zijn en was erg benieuwd naar de schade. Varen en manoeuvreren ging in elk
De afgebroken helft van het roer.
geval nog. Nadat we geankerd waren konden we het water in om te inspecteren. Van de schroef waren twee bladen wat verbogen maar alles leek nog wel bruikbaar. Erger was het roer eraan toe. De onderste helft, tot waar de roeras in het draaipunt van de scheg valt was helemaal afgebroken en hing er omhoog geklapt aan nog wat sliertjes multiplex bij. Even bewegen en met een mes erlangs en het was los. Grofweg 1/3 van het hele roer inclusief het balansgedeelte kwam uiteindelijk aan dek te liggen. Da's schrikken, Shit.... Gelukkig blijkt Drifter nog goed bestuurbaar te zijn. Alleen bij strakke voordewindse rakken heeft ze er moeite mee, dat vraagt extra aandacht. D'r zal dus wel een nieuw roer gemaakt moeten worden. Alsof ik een gebrek aan uitdagingen had. Grrr...

Vanaf Sri Lanka deden we onze langste oversteek sinds we in 2004 uit Nederland vertrokken, 23 dagen. 23 etmalen non-stop varen en in die tijd legden we 2868 nautische mijlen af. We waren er dus wel aan toe voet aan land te zetten, en dat deden we in Suwakin in Sudan, bijna op de helft van de Rode Zee. Vanaf deze hoogte zou alles weer veilig zijn. Suwakin was vroeger een parel aan de Rode Zee met een eilandje in het midden van de haven. Hier staan nu alleen nog maar de ruïnes van alle historische gebouwen. Deze waren opgetrokken uit blokken koraal en nog altijd geeft dat een wonderlijk, haast spookachtig effect waarvan de vergane glorie nog afstraalt. Een minder fraaie kant
is dat de rijkdom deels vergaard werd middels slavenhandel. Suwakin was de laatste actieve slavenmarkt ter wereld en werd pas tijdens de tweede wereldoorlog op geheven.
Voor ons was het weer een totaal andere wereld. Oost Afrika maar met een erg Arabisch karakter. Droog, droog en droog. Woestijn waarbij het moeilijk is voor te stellen dat mensen hier een vorm van bestaan hebben en kunnen overleven. Waar de vroegere rijkdom nog zichtbaar is in de ruïnes, maakt het stadje nu een armoedige indruk. Het is een echte mannenwereld, je ziet nauwelijks of geen vrouwen op straat. Als we er al enkele zien brengt dat gelijk kleur. Alle mannen zijn nl gekleed in lange witte gewaden, soms wat grauw maar de bedoeling is wit. Vrouwen daarentegen zijn vaak gekleed in felle fraaie kleuren, buiten de enkele zwarte boerka die ook hier niet weg te denken is.

Op de hoogte van Suwakin ligt het keerpunt waar de Rode Zee berucht om is. Hadden we tot hier de winden met ons, van nu kunnen we vrijwel alleen maar straffe wind tegen verwachten. Het venijn van deze trip lijkt in de staart te zitten. Als de wind niet hard is kunnen we er tegenop kruisen maar opschieten doet het niet echt. Soms is er een gat met weinig wind en dan is het motor aan en naar het noorden. Op tijd een geschikte ankerplek zoeken om de volgende kalmte af te wachten. Het schiet niet echt op maar er is weinig andere keus.
Port Ghalib is onze eerste stop in Egypte. Het is een enorm kunstmatig aangelegd toeristenproject, voornamelijk om te snorkelen en te duiken. De hele entourage is er dan ook naar, alleen maar souvenirwinkels, restaurants, bars, hotels etc. Niet bepaald onze ding en vanaf het eerste moment vergaat ons alle plezier. Alle formaliteiten voor het inklaren moeten middels een dure agent gedaan worden. Het koste ons een hele dag. Waarbij we bijna een week op onze noodzakelijke cruisingpermit moeten wachten. Doorvaren is er dus niet eens bij. Gedwongen de marina in en wachten. Overal wordt geld voor gevraagd. Alles duur. Betaalden we in Sudan 8,5 Eurocent voor een liter diesel, hier ligt de prijs gelijk een Euro hoger. De regelgeving in Egypte is zo gecompliceerd dat de weg er niet in te vinden is en het corruptie in de hand werkt. We zijn er inmiddels in maar we moeten er ook nog uit. In Suez wacht ons de volgende agent. Ik hoor menig schipper verzuchten: “Het is omdat we niet anders kunnen maar dit is eens Egypte maar nooit weer Egypte”.
Volop olieactiviteit in het Egyptisch deel van de Rode Zee.
Van Port Ghalib naar Suez is maar zo'n 300 mijl, we zijn inmiddels zes dagen onderweg en hebben nog 140 mijl te gaan. Stukjes varen en wachten op 'geen' wind. Het lijkt erop dat we morgenvroeg, vrijdag, om een uur of 5 kunnen vertrekken en dan hopelijk in keer door naar Suez. We zouden daar dan zaterdag in de loop van de dag kunnen aankomen. Ik hoop echt dat we nu niet, zoals zo vaak eerder, te optimistisch zijn.
Het is gelukt. We liggen nu voor de derde dag bij de Suez Yacht Club afgemeerd. Dit is vergane glorie met een krakkemikkige steiger en echt amateuristische aanlegmogelijkheden. We hebben geen keus. Hier moeten alle formaliteiten volbracht worden. En volbracht is het juiste woord. Je kunt het zo gek niet verzinnen of er is op welk vlak dan ook wel iets bedacht om het ons moeilijk te maken. Iedereen wil belangrijk zijn en zich doen gelden en daar plukken wij de wrange vruchten van. Een controle-cultuur ten voeten uit. We treffen het deze keer echter wel met onze agent, Captain Heebi. Hij is alleszins redelijk geprijsd en weet op bewonderenswaardige wijze voor ons en de andere boten de hete kolen uit het vuur te halen bij de autoriteiten. Vanavond komt het leger nog aan boord voor ik weet niet wat voor inspectie en morgenvroeg gaan onze paspoorten weer naar de immigratie. Daar worden we uitgestempeld en dan komt er nog iemand speciaal kijken of we echt degene zijn die op de foto staat. Ik heb inmiddels al een enorme stapel aan copiën van bootregistratie, crewlist, paspoorten etc. overhandigd. Een betreurenswaardige verspilling van papier. Oké, nog even volhouden, dan zijn we weer in Europa waar, naar ik hoop, de afwerking van formaliteiten iets efficiënter en minder bureaucratisch gaat.
Morgenvroeg mogen we vertrekken, dan komt de pilot aan boord. De hele dag varen tot aan het meer in het midden van het traject. Daar de pilot afzetten en ankeren. De tweede dag, 's-ochtends om vijf uur een nieuwe pilot aan boord en de tweede etappe afleggen. In Post Said de pilot droppen en direct de Middellandse Zee in gevolgd door twee etmalen varen naar Cyprus. We houden de vingers gecrossed.
Wordt vervolgd.

Groet, Arnold
Maart 2019


 


Far en Ying, ik heb het getroffen met de crew.

Een onverwachte passagier.

dinsdag 22 januari 2019

Sri Lanka

Als je erbij wilt horen moet je soms concessies doen. Yemaya, een andere Nederlandse boot, en wij hadden er aanvankelijk voor gekozen om als vertrekpunt naar de Golf van Aden naar Cochin in India te varen in plaats van naar Galle in Sri Lanka. Dit met name omdat de haven van Galle niet zo gunstig bekend staat, het zou er vuil en stoffig zijn met slechte voorzieningen. De rest van de groep boten koos toch voor Galle en daar hebben we ons maar bij neergelegd. Nu liggen we dus al een paar weken in die vuile en stoffige haven. Er staat hier ook een constante deining waardoor de boten voortdurend heen en weer getrokken worden, ze liggen dus doorlopend aan de lijnen te rukken. Erg onrustig. De inklaringsformaliteiten zijn erg formeel en bureaucratisch en alles moet via de agent geregeld worden, zelfs het weggooien van de vuilniszak. Nergens eerder hebben we ook een zo omslachtige water- en stroomvoorziening meegemaakt.
Onze tocht vanuit Langkawi is redelijk voorspoedig verlopen. De eerste dagen weinig wind dus veel op de motor gevaren. Daarna ging het voorspoediger. Vooral 's-nachts is het wel een luxe om met drieën te zijn, wachten van 3 uur op en 6 uur af. Samen met Coby deden we altijd 4 uur op en 4 uur af. Als we straks in de Golf van Aden zijn moeten we veel allerter zijn i.v.m. mogelijke piraterij en daar helpt dit dus wel erg goed bij.
Hoe belabberd de haven hier is, zo mooi is Sri Lanka. Van oudsher heeft men op het eiland veel respect gehad voor de natuur en haar jungle. Deze werden hoog gewaardeerd. Alleen de Engelsen begonnen, toen ze hier de Hollanders verdreven hadden, rücksichtslos te kappen. De schade is echter gelukkig beperkt gebleven. Hier geen palmolie plantages en grootschalige landbouw. Wel prachtige jungle, doorkruist door fraaie rivieren en hier en daar mooie groene rijstvelden. Een genot om door heen te trekken. Samen met Deep en Malika, het koppel van Yemaya, ben ik een paar dagen het binnenland in geweest. Met de trein, door de bergen; prachtig. En voor een treinkaartje waarmee we zo'n vijfenhalf uur van het uitzicht konden genieten moesten we maar liefst 2 Euro betalen.
Sri Lanka is voornamelijk boeddhistisch. Overal prachtige tempels waarvan we er verschillende bezocht en bekeken hebben. Vaak al eeuwen vóór Christus gebouwd. Blijft indrukwekkend om te zien en te ervaren.
Far is er een dag of tien op uitgetrokken om z'n duikopleiding te vervolgen en daarna nog rond te trekken. Ying moet het iets meer low budget doen en is met de fiets een aantal dagen langs de zuidkust getrokken. Beiden kwamen voldaan terug aan boord.
Nu rest ons nog een paar dagen om voldoende in te slaan, boodschappen doen dus. Genoeg om ruim vier weken op zee te kunnen vertoeven. Zodra we hier uitgeklaard zijn gaan we de haven uit om buiten in de baai weer voor anker te gaan. Eerst de hul, de schroef en het roer van de windvaan schoonmaken en van alle aangroei en vuiligheid van de haven ontdoen. De dag daarop vertrekken we dan echt voor onze lange tocht. Langer dan al die andere die we tot nog toe gedaan hebben. Zo'n 2800 nautische mijlen. De schatting is ruim 23 dagen maar we hebben al wel afgesproken dat als de winden in de Rode Zee gunstig zijn we nog verder doorgaan, liefst zo noordelijk mogelijk. De Rode Zee is nl. berucht om het feit dat je daar meestal een forse wind pal op de neus hebt. Als we zover zijn hebben we in elk geval het hele stuk waar voorheen zoveel piraterij voorkwam, de Golf van Aden, al gehad.
Wel, ik hoop snel te mogen schrijven dat het ons allemaal goed is gegaan en dat we in goede gezondheid zijn aangekomen in Sudan dan wel Egypte.

21 januari 2018
Arnold

 

Speciaal voor Tygo. Het schijnt dat er snel eieren gelegd moeten worden.