Het is december en we vliegen weer naar Maleisië.
Arnold heeft al eerder Drifter naar Kuching, de hoofdstad van Sarawak, gevaren
en daar ligt ze in de marina op ons te wachten. Van vriesweer in Nederland naar
de hitte in Azië, een aangename omschakeling. De stacaravan tot mei 2018 weer
winterklaar gemaakt, het Zundertse corsojaar van 2017 afgesloten, na de belofte
dat ik op tijd weer terug zou komen.
En zoals gehoopt ligt
Drifter er goed bij, maar wel erg vuil, alle lijnen en trossen zijn groen. Binnen nauwelijks schimmel omdat Arnold
bakken met chloor heeft geplaatst. Dat werkt dus prima.
De provincies Sarawak en Sabah zijn deelstaten van
Maleisië gelegen in het noordwestelijk deel van het eiland Borneo, doorsneden
door het oliestaatje Brunei. Dit gedeelte van Maleisië was ooit deel van het
rijk van de sultans van Brunei en een tijdlang geregeerd door de ''White
Radjahs'', een dynastie van de Engelse Brooke familie. In 1946 verkochten zij
het aan de Britse kroon die het gebied tot 1963 als kroonkolonie beheerde. In
september van dat jaar werd Sarawak deel van de federatie Maleisië. De oude culturen
dreigen daarmee verloren te raken onder het bewind van het groter geheel.
Gedaan was het ook met het barbaarse koppensnellen. Het zien van tentoongestelde oude gekrompen hoofdjes
doet het goed bij de toeristen, een ware attractie! De 'longhouses' in de
jungle brengen ook nog wat toeristengeld in het laatje.
Drifter ligt in de Sarawak-rivier in een kleine
bewaakte marina. Helaas is de elektra op de steigers met hoog water beschadigd
en er is geen budget om het te herstellen. De rivier kent een enorm verval
tijdens eb en vloed. Bij spring kan het verschil wel 5 tot 6 meter zijn. Met de
stroom mee komen er soms grote delen of hele bomen langs of zelfs in de marina drijven. Soms
hebben we onze klewang (groot slagmes) nodig om de stammen en wortels weg te
hakken. Drifter ligt gelukkig in een gunstige hoek. We hebben vaak gezelschap
van een politieboot aan de ponton, het enige gezelschap hier. De 6 andere
onbemande zeil- en motorboten liggen er verlaten bij. Naast ons aan de steiger
een klein onooglijk vuil maar wel spannend zeilbootje, dat duidelijk in grote
haast is achtergelaten. Het kapotte grootzeil niet opgedoekt maar slordig onder
de giek hangend door weer en wind losgeschoten, het verval gaat hard. Het
verhaal gaat dat de eigenaar daarmee single-handed over de wereld is gereisd, zelfs
naar Patagonië. Een stuiterend notendopje op die grote oceanen. Nu helaas een
abrupt einde voor dit bootje.
Bij eb lopen strandlopers en witte reigers langs de
oevers hun maaltje bijeen te scharrelen. De witte reigers houden zich bij hoog
water op in de bomen, het lijken dan alsof ze in bloei staan, zoveel zitten er
op de takken. Ook zien we iedere dag een koppeltje ijsvogels.
Onze buren op de steiger. |
Food-courts te over... |
Over eten gesproken; het moet echt gek gaan als je
hier in Maleisië niets naar je gading kunt vinden. Overal zijn food-courts. Dat
zijn ruimtes waarin meerdere kleine stalletje hun eigen specialiteiten klaar
maken en verkopen. Het eten is gevarieerd, goedkoop en heerlijk. Noodles-dishes
in alle soorten, roti, laksa soepen met zowel vlees als vis met pindasmaak, de
zoute gefermenteerde visjes, babi, nasi campur, mie- en nasi goring, schotels zoals; mamak, bee
hoon, kway teow en gangkok. Daarnaast het vele en veelzijdige fruit, de avond-
en dagmarkten, de eetstalletjes aan de kant van de weg. Als je een beetje weg kunt kijken van de
plastic stoelen, borden en de wirwar van elektriciteitsbedrading is het iedere
dag uit eten gaan een speciale ervaring. Enne zoals Ardi altijd zegt; ''het
kost een drol en drie knikkers.''
Zwemmen of
onder water de zaak schoonmaken is er niet bij! Op mijn vraag of er krokodillen
zijn waargenomen was het antwoord daarop; ''No no, not so much!'' Nou ja, een
is al genoeg nietwaar? Komen we terug van een ritje met de motor blijkt dat er
een krokodil onder bij de pontons is gezien! O,ja! Ook ratten en muizen, wel
gezien, waarvan de eerste door ons al meteen op de plakmat gevangen wordt. Zij
komen via de lijnen en stootwillen aan boord. Dit hopen wij tegen te gaan door
lege plastic literflessen op alle trossen aan te brengen. Bij het klimmen over
de touwen draaien deze flessen rond zodat het ongedierte eraf valt! Fingers
crossed! Arnold heeft ook geëxperimenteerd met netjes mottenballen binnen op
alle luiken en langs openingen aan te brengen, de geur houdt ze hopelijk op
afstand. Ons trouwens ook.
December, vanuit Nederland krijgen we veel foto's van sneeuwtafereeltjes
wat we natuurlijk geweldig vinden. Hier veel regenbuien en donderwolken, maar
een stuk warmer! Ook minder goede berichten van twee mensen die te maken
krijgen met kanker. Chemo kan bij beiden nog toegepast worden. Ook hier vingers
gekruist.
Ik heb net het reisverslag gelezen van Lara, de
dochter van vrienden die al eerder dit gebied bezocht. Van haar lazen we dat
Sipadan een prachtig snorkel gebied is en zij maakte ons zeker nieuwsgierig naar
een boottocht van drie dagen via de Kinabatanganrivier en zeker de moeite waard
als je veel dieren wil zien. Gaan we ook doen.Een Maleise man, Shing genaamd, die we uitnodigen
aan boord voor een kopje koffie vraagt ons om met hem zijn durianplantage te
bezoeken, de volgende dag weer terug. Nieuwsgierig als we zijn gaan we mee. Op
de plantage aangekomen is het inmiddels donker, Een klein lampje wordt via een
accu aan gelegd. We brengen de nacht door even verderop in een nog half af te
bouwen huis maar wel met een dichte kamer en gelukkig met een bed erin. De
volgende morgen na een ontbijt van noodles en zoet gebak gaan we werken in de
plantage. De durians hangen aan hoge bomen en zij vallen vanzelf naar beneden
op de zachte bosbedekking, zij wegen gauw 1 tot soms wel 8 kilo. Helmen lijken
mij hier niet overbodig! Shing vertelt dat de zware vruchten
niet in de morgen naar beneden komen. Toch horen wij 3 keer de vruchten met een
harde plof vallen. Wij verzamelen ze om op de markt verkocht te worden. De
durian is een flinke vrucht, met gevaarlijk ogende stekels. Alle ramen van de
auto moeten tijdens het vervoer open want de penetrante geur van de durian is
niet te harden. In sommige gebouwen is het verhandelen van deze vrucht daarom
ook verboden. Ook in het openbaar vervoer. Snappen wij helemaal. Het wordt niet voor niets ook wel stinkfruit
genoemd. Als je je er overheen zet is het een heerlijke vrucht. De
pudding-achtige substantie smaakt krachtig en scherp, maar tegelijk ook zoet en
romig. Qua smaak wordt de durian ook wel vergeleken met vanillevla, knoflook,
ui en schimmelkaas en dat tegelijkertijd. Klinkt niet erg smakelijk, maar toch!
Ook durianijs is heel heerlijk.
We bezoeken een ander gezin waar we worden verrast
met een uitgebreid visdiner. Deze familie heeft op hun farm naast veel groenten
en fruit ook een groot meer met uitgezette rivierbaars. Als we willen vertrekken
krijgen we ook van hen veel fruit mee. Onderweg komen we langs dorpen die genoemd zijn
naar de vroegere spoorlijn; ‘Seven Miles’, ‘Twelve Miles’ en zo verder tot 30
mijl. De spoorlijn hield daar op en heeft maar 8 jaar dienst gedaan! Werd toen
opgeheven doordat er geen onderhoud gepleegd werd. Bij het wegvallen van de
spoorbaan hebben deze dorpen hun nummernaam toch behouden.
Arnold en ik klussen tussen de buien door aan de
boot nu we hier blijven. Er is genoeg te doen. In februari kunnen we een nieuwe
ankerketting kopen die we met een auto gaan ophalen. Door Sarawak, Brunei en
Sabah. Brunei, het land van sultans, Shell en Islam doorkruisen we op de weg
naar Sabah. Alleen een stempel in het paspoort erbij. Dat komt neer op ongeveer
van Nederland naar Spanje rijden om die ketting op te halen!
We blijven met Drifter
nog zeker een maand hier liggen omdat het weer niet stabiel is in deze tijd van
het jaar. Cyclonen vanuit de Filippijnen hebben daarin een grote invloed.
Intussen rijden we met ons motortje rond, genoeg markten en andere
bezienswaardigheden en eten we onze buiken rond. Heerlijk!
Zoals ik misschien wel eens vertelt heb schrijven
wij onze plannen altijd op het strand in het zand bij laag water... Welnu, in
gesprekken met zeilvrienden werd Arnold toch weer getriggerd en uiteindelijk
kon hij niet langer weerstand bieden aan de uitdaging. Hij heeft dus besloten
om Drifter weer terug te varen naar Europa. De eerste etappe zal de oversteek
van de Indische Oceaan zijn vanuit Maleisië naar Zuid-Afrika. Hij denkt begin
mei te vertrekken en de trip zal naar verwachting zo'n drie maanden duren, er
zijn onderweg een aantal mooie eilanden aan te doen zoals Cocos
Keeling, Rodrigues, Mauritius, Reunion en Madagaskar. Een hele onderneming. Onderweg
zijn de afstanden aanzienlijk en geen wifi-mogelijkheden. Hopelijk kan ik hem
toch nog bijbenen vanuit Nederland.
Tot
zover maar weer, warme groeten vanuit Kuching, Maleisië.
januari 2018
Coby
De binnenkant van durian |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten